Een onbekend stukje natuur – deel 2
Andere artikels in deze reeks
- Een onbekend stukje natuur- deel 1
- Een onbekend stukje natuur – deel 2
- Wijvenheide en de Rode Vijvers
- Wijvenheide en de Heide
- Wijvenheide en de Wijven Broeken
- Wijvenheide en Groot Wijven
- Wijvenheide en Smeekers Heide
- Hamelheide in Wijvenheide
- Feste Schans in Wijvenheide
- Wijvenheide: bij de Forellenvijver
- Wijvenheide en de Waterlozen-Nachtegalen
- Wijvenheide en de Waterlozen-Vrunstraat
Vandaag nemen we je terug mee in het verhaal van Chris Onkelinx. Terug naar dat onbekend stukje natuur in Wijvenheide.
De eerste Limburgse reigerkolonie
Tot en met einde jaren zeventig verbleven er veel reigers op Wijvenheide in de winter. Tot 125 stuks samen op de slaapplaats telde ik er in de winter van 1973-1974. Tussen begin mei en half juni daarentegen verbleven er destijds nooit reigers in het vijvergebied. Die bevonden zich dan noodgedwongen in de broedkolonies buiten Limburg of in het buitenland. In 1979 volgde ik de vlucht van enkele reigers die, opvallend, toch in de maand mei in het gebied aanwezig waren. Waren het voedselvluchten van en naar het nest? Inderdaad, ze leidden mij naar een goed verscholen moerasbosje, waarin enkele verborgen oude, lage grove dennen de hoge waterstand overleefd hadden. Drie zeer goed verscholen nesten werden zo ontdekt.
De eerste Limburgse kolonie was een feit. In de loop van de volgende jaren groeide ze uit tot (ooit) de grootste reigerie van het land. Alleen Koning Boudewijn had er soms meer in zijn kolonie in Laken. In verdere studies werden ze destijds opgevolgd. Op Wijvenheide kregen ze dan een zender op hun rug gemonteerd. Die werd met een touwenharnas omheen het lichaam bevestigd. In die tijd was een zender op de rug voor een reiger nog een heel rugzakje. Dat kon wel eens mis aflopen. Ooit vond ik er zo een reiger met de vleugels in de knoop. Met zo’n zender werd vastgesteld dat de verst vliegende oudervogel zich 12,5 km verwijderde van de kolonie om voedsel te zoeken voor zijn jongen. Dat komt neer op een bereik van 1/5 van de oppervlakte van de provincie. In de jaren 80 werden er ook een aantal reigers met kleurringen gemerkt.
Van jachtgebied naar natuurreservaat
De reigerkolonie heeft een oppervlakte van een tiental hectaren en was voorheen in het bezit van dertien eigenaars. De moeizame aankoop ervan verliep in etappes en sleepte meer dan 25 jaar aan. Ze is nu volledig in eigendom van Natuurpunt en is onderdeel van het Erkend Natuurreservaat Wijvenheide.
De percelen worden beheerd en onderhouden door de vrijwilligersploeg van Natuurpunt Afdeling Hasselt-Zonhoven. Die is in heel het gebied actief, in samenspraak met de professionele ploeg van Natuurpunt. Van die werken hebben rustzoekende wandelaars, natuurgenieters, joggers, fietsers, mountainbikers, natuurfotografen, toeristen en wandelende families geen weet. Voor hen is die natuur heel vanzelfsprekend.
De percelen van de kolonie bestaan uit moerasbos met zwarte els en zeggenvegetaties, struwelen met wilde hop, bramen en wilde kamperfoelie, oud gemengd loof- en naaldbos met deels omgewaaide grove dennen, oude houtwallen met zomereiken en veel mossenkussens. Sinds de aankoop door Natuurpunt hoeven de reeën er niet meer te vrezen voor de kogel, al zijn er nog restanten van jachtkansels uit het verleden zichtbaar. Zwarte specht, wielewaal en boomkikker waren er opvallend thuis het voorbije jaar. De reigers nestelen het liefst in de nog rechtstaande grove dennen. Door de stormen van de laatste twintig jaar zijn er heel wat dennen met nesten gesneuveld. Hierdoor werden de vogels deels gedwongen te nestelen in Amerikaanse eiken.
Ringwerk en Zonhovense recordhouders
Gezien de liggingte midden van het voedselrijke vijvergebied en dat zonder concurrentie van omliggende kolonies, kon de kolonie sterk uitgroeien. In 1981 waren er al 36 nesten en 47 in 1982. Op haar hoogtepunt waren er tot 120 nesten. In 2018 telde ze nog ongeveer 90 broedparen. Nadien nam het aantal af. In 2021 waren er slechts een tiental paren succesrijk. Drukte vanwege corona-activiteiten hebben hier verstoring veroorzaakt.
Na het ontstaan van deze kolonie ontstonden er op diverse plaatsen in Limburg reigerkolonies. Het hoogtepunt van broedende Limburgse reigers lag in 2008 met 634 broedparen. Wie er meer over wil weten, kan lezen wat Jan Gabriëls schreef over de blauwe reiger in de recente uitgave van Likona: ‘Vogels in Limburg’.
Al is de blauwe reiger geen bedreigde soort, de recente afname van het aantal broednesten is toch zorgwekkend. Gelukkig heeft deze reiger tegenwoordig in Limburg heel wat broedkolonies. In de periode 2005-2018 werden er in Limburg 33 kolonies vastgesteld. Slechts 13 ervan waren vast bezet. In 2018 telde Limburg 18 kolonies (Gabriëls in: ‘Vogels in Limburg).
Ringers en helpende biologiestudenten van de Universiteit Antwerpen ringen er al tientallen jaren de reigers. Bij het ringen van de reigers van Wijvenheide bleek dat ze hier het grootste aantal jongen per nest grootbrachten van heel het land. In Zonhoven werden tussen 1981 en 2021 niet minder dan 4519 jonge reigers geringd. Logisch dat het ook het hoogste aantal is van het hele land.
Ook 56 volwassen vogels werden er geringd. Van die duizenden jongen werden er 99 teruggemeld. Een Zonhovense vogel, geringd in het nest op 24 april 2000 werd tien jaar later in Duitsland (N. Hellenthal-Rescheid) op 23 november 2010 gedood door de wieken van een windturbine. Hij woog 1340 gram. Een kuiken, geringd in Zonhoven op 25 april 2009, werd aangeschoten gevonden in Zonhoven (!) op 20 april 2014. Hij werd verzorgd in een asiel maar moest geëuthanaseerd worden. Een Zonhovens kuiken, geringd op 19 april 2008, verdronk op Tenerife (La Ortava), 3144 km verder, op 29 september 2008. Een kuiken, in Zonhoven geringd op 2 mei 1982 werd in Senegal gevangen of geschoten. Afgelegde afstand: 4754 km. Een ander kuiken, geringd op 29 april 1989 kwam, ook in Senegal, zo aan zijn einde. Afgelegde afstand 4771 km. Wellicht eindigden beide vogels aan het spit.
Het oudste Zonhovense gegeven komt van een Duitse reiger, geringd in Bederkesa op 28 mei 1934. Hij werd in Zonhoven gevonden op 1 juli 1937.
De oudste Belgische blauwe reiger en misschien wel de oudste blauwe reiger Ardea cinerea cinerea ter wereld, werd in Zonhoven op het nest geringd als kuikentje op 28 mei 1982. Hij kreeg er destijds vleugelmerktekens. De gelukzak bleef zijn geboorteplek trouw. Hij werd in diezelfde kolonie dood terug gevonden op 29 juni 2015. Hij werd dus ruim 33 jaar oud!
Met dank aan Didier Vangeluwe, hoofd van het Belgisch Ringwerk, voor de terbeschikkingstelling van de ringgegevens van de Zonhovense reigers. Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Vautierstraat 29, 1000 Brussel.
Tekst: Chris Onkelinx
Foto’s: Chris Onkelinx
Één gedachte over “Een onbekend stukje natuur – deel 2”
Reacties zijn gesloten.